phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Osgood schlatter

Aandoening

Wat is Osgood Schlatter?
De ziekte van Osgood Schlatter (in het Engels: Osgood Schlatter disease of Osgood Schlatter knee) is een aandoening aan de knie. De artsen Robert Osgood en Carl Schlatter beschreven de aandoening afzonderlijk van elkaar in 1903. Bij een Osgood Schlatter knie is de plek waar de kniepees aan het scheenbeen gehecht zit, ter hoogte van de tuberositas tibiae, pijnlijk. Deze plek is geïrriteerd en er is een klein bobbeltje op de plek ontstaan.
 

Wat zijn de oorzaken van Osgood Schlatter?
Osgood Schlatter wordt veroorzaakt door overbelasting. De aandoening komt vooral voor bij jongens die veel sporten en nog in de groei zijn. Daarom wordt Osgood Schlatter vaak in verband gebracht met voetbal. Maar niet alleen jongens die voetballen kunnen deze aandoening krijgen. Hoewel het veel minder voorkomt kunnen ook meisjes de aandoening Osgood Schlatter krijgen.

Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
Osgood Schlatter komt vooral voor bij jongens tussen de acht en vijftien jaar. De aandoening komt voor bij kinderen die in de groei zijn omdat de pezen dan minder snel groeien, dit veroorzaakt irritatie en uiteindelijk klachten. De klachten zijn niet continu aanwezig, er zijn perioden waarin meer of juist minder pijn ervaren wordt.

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?
De klacht die kenmerkend is voor Osgood Schlatter wordt beschreven als een (druk)pijnlijke zwelling ter hoogte van de knobbel op het scheenbeen waar de knieschijfpees vasthecht (tuberositas tibiae). Doordat de kniepees steeds trekkracht uitoefent op de groeischijf ontstaat er pijn. Vaak is er aanvankelijk alleen pijn na het sporten. Deze pijn is gelokaliseerd onder de knieschijf. Uiteindelijk treedt de pijn ook op tijdens het sporten. Voetballen, springen, hurken, lopen en opstaan zijn een aantal voorbeelden van bewegingen die de klachten kunnen verergeren. De pijn duurt meestal een halfjaar en verdwijnt in de meeste gevallen vanzelf weer.

Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
De orthopedisch chirurg zal uw kind gerichte vragen stellen over de pijn die hij of zij ervaart. Voorbeelden van vragen die u kunt verwachten:

  • Waar in de knie zit de pijn precies?
  • Hoe lang is de pijn al aanwezig in de knie?
  • Is de pijn nu heviger, minder hevig of gelijk aan voorheen?
  • Is de pijn na het sporten erger?
  • Is de pijn wanneer de knie niet gebruikt wordt ook aanwezig?

Daarnaast zal hij of zij de medische voorgeschiedenis van uw kind bekijken en eventueel bespreken. De orthopedisch chirurg voert een lichamelijk onderzoek uit waarbij onder andere gelet wordt op zwellingen. Ook zal de orthopedisch chirurg druk uitoefenen op de tuberositas tibiae.

Welke onderzoeken worden gedaan?
De orthopedisch chirurg zal lichamelijk onderzoek verrichten. In combinatie met de anamnese (het verslag wat de patiënt doet aan de hand van de vragen van de orthopedisch chirurg) biedt dit vaak voldoende informatie om een juiste diagnose te kunnen stellen. Eventueel kan een röntgenfoto of een MRI-scan extra duidelijkheid verschaffen.

Meer informatie
Kijk voor meer informatie over Osgood Schlatter op de website van:
De Werkgroep Kinderorthopaedie Nederland (WKO): www.kinderorthopaedie.nl

Behandeling

Niet-operatieve (conservatieve) behandeling

Rust
Osgood Schlatter kan zonder behandeling in enkele weken of maanden genezen. Soms is extra behandeling nodig, zoals rust houden, het vermijden van sportactiviteiten en het immobiliseren van het aangetaste been. Dit been wordt dan gedurende enkele weken verpakt in gips of een vergelijkbaar materiaal.

Oefeningen
Wanneer een behandeling van de aandoening Osgood Schlatter noodzakelijk is dan bestaat deze meestal uit verschillende oefeningen om de bovenbeenspier te verlengen.

Medicatie
De pijn die patiënten ervaren kan bestreden worden met pijnstillers.


Operatieve behandeling

Over het algemeen is er geen operatie nodig om de aandoening Osgood Schlatter te behandelen. Patiënten krijgen het advies rust te nemen en/of de belasting van de knie aan te passen. Wanneer kinderen ongeveer 17 jaar oud zijn sluiten de groeischijven. Meestal verdwijnen hiermee ook de klachten die kenmerkend zijn voor Osgood Schlatter. In enkele gevallen blijft er een losse beweeglijke botkern bestaan, wanneer deze pijn veroorzaakt kan het nodig zijn om deze botkern operatief te laten verwijderen.

Nabehandeling

Oefeningen
De ziekte van Osgood-Schlatter kan zonder behandeling binnen enkele weken of maanden overgaan. Mocht een behandeling nodig zijn, dan bestaat deze uit verschillende oefeningen om de bovenbeenspier te verlengen. 

Medicatie
Met pijnstillers kan de pijn worden bestreden. 

Rust
Soms is extra behandeling nodig, zoals rust houden, het vermijden van sportactiviteiten en het immobiliseren van het aangetaste been. Dit been wordt dan gedurende enkele weken verpakt in gips of een vergelijkbaar materiaal. 

Training
Begin altijd met een goede warming-up. Beweeg vijf tot tien minuten op een rustige intensiteit waar het lichaam wel warm van wordt. Doe daarna enkele oefeningen om de spieren los te maken. Hierna kan het bewegen kort worden herhaald op een hogere tot maximale intensiteit. De volgende preventie tips kunnen de kans op het ontstaan van deze knieklachten verminderen.

Zorg ook voor een goede trainingsopbouw. Voer de intensiteit en de omvang van de trainingen geleidelijk op. Bouw dus, vooral na een blessure of ziekte, de training weer zeer geleidelijk op tot het oude niveau. Beëindig de training altijd met een cooling-down. Deze kan bestaan uit enkele minuten rustig bewegen en het uitvoeren van de eerder beschreven oefeningen. Behalve de veldtrainingen zijn er verschillende spierverlengende oefeningen voor de bovenbeenspieren die thuis gedaan kunnen worden. Een voorbeeld is hierboven beschreven. Deze oefening kan worden gedaan om klachten te voorkomen.
 

Omgeving
Train zoveel mogelijk op een zachte, maar wel effen ondergrond (bos, gras). Varieer de ondergrond zoveel mogelijk tijdens de training als er geen klachten (meer) zijn. Deze variatie zorgt ervoor dat spieren en pezen zich goed ontwikkelen en zich beter kunnen aanpassen aan de omstandigheden. Vermijd glibberige ondergronden.

Lichaamsgewicht
Sporters met een (te) hoog lichaamsgewicht, lopen een grotere kans op blessures. Bij overgewicht helpt afvallen mee om overbelasting te voorkomen.