Niet-operatieve (conservatieve) behandeling
Spalk
Een spalk voorkomt overbelasting van het gewricht en kan leiden tot afname van de pijnklachten.
Handtherapie
Een handtherapeut kan een programma aanbieden waarin aandacht wordt besteed aan adviezen zoals omgaan met de klachten tijdens dagelijkse activiteiten en tips voor ontzien van aangedane gewrichten, en gerichte oefeningen ter versterking van handspieren en in standhouden van mobiliteit. Een dergelijk programma kan gunstige effecten hebben op pijn, beperkingen in functioneren en knijpkracht.
Medicatie
Paracetamol of NSAID’s (zoals Ibuprofen en Diclofenac) kunnen de pijn verminderen.
Een injectie met een combinatie van een verdovende vloeistof en een krachtige ontstekingsremmer (corticosteroïden) is een volgende stap.
De kans op bijwerkingen na een injectie is laag. Pezen en het kraakbeen worden bewezen niet aangetast door een enkele injectie.
Bij mensen met suikerziekte die insuline gebruiken kan de suikerwaarde na een injectie gedurende een kortere periode wat meer schommelen, het is daarom verstandig de eerste 48 uur na de behandeling het bloedsuiker vaker te testen en de insulinedosering hierop aan te passen.
Vrouwen kunnen opvliegers of een rood gelaat krijgen na een injectie, zelden ontstaat er vaginaal bloedverlies.
Operatieve behandeling
Een operatie kan wenselijk zijn als de bovengenoemde conservatieve behandelingen onvoldoende effect hebben.
Voor de operatie
Anesthesie
De te opereren vinger wordt meestal verdoofd met een regionaal pijnblok (een zenuwblokkade).
Vlak voor de operatie krijgt u dit pijnblok toegediend door een prik bij uw sleutelbeen of oksel. Dit zorgt ervoor dat u tijdens, maar ook nog een aantal uren na de operatie minder tot geen pijn voelt. Deze pijnblokkade is meestal binnen 12 tot 24 uur uitgewerkt.
Tijdens de operatie
Bij slijtage van het MCP-gewricht van de vinger(s) kan zowel het vastzetten van dit specifieke vingergewricht (arthrodese) als het plaatsen van een kunstgewricht de oplossing zijn. In overleg met u wordt de meest geschikte behandeling gekozen. De duim komt meestal niet in aanmerking voor het plaatsen van de MCP-prothese. Het vastzetten heeft dan de voorkeur vanwege de meer stabiele en stevigere grijpfunctie en sleutelgreep na de operatie en bij (jongere) mensen met fysiek werk, Het vastzetten gebeurt met twee schroeven. .
Bij het plaatsen van een MCP-prothese wordt het versleten vingergewricht vervangen door een kunstgewricht. Er bestaan twee typen prothesen. Prothesen van siliconen die uit één stuk bestaan met in het midden een scharnierpunt en prothesen die uit twee delen bestaan, de zogenaamde ongekoppelde prothesen. De keuze is onder andere afhankelijk van de mate van slijtage en uw wensen ten aanzien van beweeglijkheid en belastbaarheid van de vinger en de hand. In het algemeen kunnen ongekoppelde protheses niet worden geplaatst bij ernstige standsafwijking en instabiliteit van het gewricht. Bekijk een voorbeeld van de siliconenprothese.

Bij het plaatsen van een MCP-prothese wordt het versleten vingergewricht vervangen door een kunstgewricht. Er bestaan twee typen prothesen. Prothesen van siliconen die uit één stuk bestaan met in het midden een scharnierpunt en prothesen die uit twee delen bestaan, de zogenaamde ongekoppelde prothesen. De keuze is onder andere afhankelijk van de mate van slijtage en uw wensen ten aanzien van beweeglijkheid en belastbaarheid van de vinger en de hand. In het algemeen kunnen ongekoppelde protheses niet worden geplaatst bij ernstige standsafwijking en instabiliteit van het gewricht.
Resultaat
Zowel bij een arthrodese als bij een prothese is het resultaat wat betreft de pijnvermindering goed.
Verbetering van beweeglijkheid na een prothese is veel minder voorspelbaar en hangt ook af van de mate van beweeglijkheid van voor de operatie.
Hechtingen
De wondjes worden gehecht met hechtingen en/of met kleine hechtpleisters die op de huid worden geplakt. Na tien dagen mag u deze hechtpleisters zelf verwijderen. Na 14 dagen kunnen de hechtingen verwijderd worden. Indien u nabehandeld wordt met gips volgt wondcontrole met zo nodig het verwijderen van hechtingen/pleisters op de gipskamer.
Na de operatie
Opnameduur
Een operatie aan het MCP-gewricht (vervanging door een prothese of vastzetten van het gewricht) gebeurt over het algemeen in dagbehandeling.
Complicaties
Ondanks alle zorg die aan de operatie besteed wordt, kunnen er soms toch complicaties optreden. De meest voorkomende complicaties zijn:
- Een nabloeding bij de vinger;
- Een infectie van de wond. Antibiotica wordt voorgeschreven afhankelijk van de ernst van de infectie en in sommige gevallen wordt de wond gespoeld.
- Schade door de operatie aan structuren rond de pols, zoals pezen, zenuwen of bloedvaten; dit is zeer zeldzaam.
- De arthrodese kan niet vastgroeien, dit gebeurt heel zelden bij gezonde patiënten. Bij rokers wordt het vaker gezien. Het advies is dan ook om (tijdelijk) te staken met roken als u een arthrodese ondergaat
- Loslating van de prothese op de lange termijn.
Contact opnemen
Neem contact op met uw orthopedisch chirurg indien:
- Er sprake is van een bloeding die niet stopt nadat u er 10 minuten tegenaan het gedrukt;
- U heftige pijn hebt die niet goed reageert op de pijnmedicatie;
- Er een infectie ontstaat van de wond die zich uit in roodheid, zwelling, pijn en eventueel pus;
- Er een abnormale zwelling of koorts ontstaat;
- Het gevoel en de beweeglijkheid in uw vingers, arm en schouder na 24 uur nog niet volledig terug is. De pijnblokkade die u gekregen hebt duurt maximaal 24 uur, daarna moet alles weer normaal functioneren.
U kunt hiervoor tijdens kantooruren bellen met het secretariaat van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 3370.
Buiten kantooruren kunt u contact opnemen met de verpleegafdeling van OCON, telefoonnummer: 088 - 708 5560.