phone icon 088 - 708 3370 Login medewerkers

Heup impingement

Aandoening

Heup impingement

Wat is een heup impingement?
Een impingement betekent ‘inklemming’. Bij een impingement in de heup komt het kraakbeen van de heupkom klem te zitten tussen de bovenkant van het dijbeen (de heupkop) en de heupkom. De heupkop past niet goed in de heupkom, waardoor er een stuk kraakbeen beklemd raakt. 

Er zijn verschillende typen impingement: 
 

  • Cam impingement

Hierbij is de heupkop niet rond genoeg om in alle standen goed in de heupkom te passen.
 

  • Pincer impingement

Bij deze vorm is de heupkom afwijkend. Doordat de rand van de heupkom uitsteekt is de heupkom te diep, hierdoor kan de heupkop bij bewegingen tegen de randen van de heupkom botsen.
 

  • Gecombineerde impingement

Dit is de meest voorkomende vorm. Hierbij is sprake van zowel een cam impingement als een pincer impingement.


Een impingement in de heup kan kraakbeenletsel veroorzaken, hierdoor kan slijtage (artrose) van de heup ontstaan. Bij mannen tussen de 35 en 55 jaar is een heup impingement zelfs de meest voorkomende oorzaak van heupartrose. Een heup impingement wordt ook wel een femoro acetabulair impingement (FAI) genoemd. 


Wat zijn de oorzaken van een femoro acetabulair impingement?
Femoro acetabulair impingement kan aangeboren zijn, maar ook op latere leeftijd kan FAI ontstaan. Kleine wijzigingen in de vorm van de heupkop kunnen al leiden tot FAI. Wanneer de vorm van de heup verandert  kunnen er ook wijzigingen optreden in de beweging van de heup. Deze veranderde beweging kan additioneel letsel aanbrengen aan het heupgewricht. 
Zware belasting van het heupgewricht kan ook leiden tot FAI, met name bij sporters komt de aandoening veel voor. Ook na een ongeluk of een operatie aan de heup kan femoro acetabulair impingement ontstaan.


Klachten en symptomen

In welke levensfase komt het voor?
Heup impingement komt vooral voor bij jonge, fanatieke, intensieve sporters. Vooral beoefenaars van sporten die een zware last leggen op de heupen hebben kans op FAI, onder andere waterpoloërs, voetballers en hardlopers kunnen last hebben van een femoro acetabulair impingement.

Welke klachten en symptomen kan iemand hebben?
Patiënten met FAI in de heup ervaren vaak pijn in de lies en rond de heup. Men ervaart tevens problemen met bewegen, door een impingement syndroom wordt het draaien en buigen van de heup vaak beperkt.

Diagnose en onderzoek

Hoe en door wie wordt de diagnose gesteld?
De orthopedisch chirurg bespreekt de klachten met de patiënt. Daarnaast zal hij/zij vragen stellen over de medische geschiedenis van de patiënt en zal er lichamelijk onderzoek gedaan worden. Door middel van lichamelijk onderzoek kan de orthopedisch chirurg in kaart brengen welke bewegingen mogelijk zijn en welke niet. Op basis van  lichamelijk onderzoek, de röntgenfoto’s en een eventuele MRI-scan kan de diagnose gesteld worden.

Welke onderzoeken worden gedaan?
Vaak wordt er, naast lichamelijk onderzoek, een röntgenfoto gemaakt. Een röntgenfoto geeft een goed beeld van de beschadigingen van het heupbot en/of de heupkom.  Indien noodzakelijk kan er een MRI-scan gemaakt worden, een MRI-scan kan de mate en de mogelijke schade van de impingement goed weergeven.

Behandeling

Niet operatieve (conservatieve) behandeling

Een niet-operatieve behandeling bij heupimpingement kan bestaan uit rust, fysiotherapie, ontstekingsremmers ( zoals diclofenac/ibuprofen etc) en eventuele noodzakelijke injecties om de aanwezige ontstekingsreactie te verminderen.

Indien bovengenoemde behandelingen niet tot het gewenste effect hebben geleid, kan de orthopedisch chirurg u een kijkoperatie van de heup (heup arthroscopie) voorstellen.

Operatieve behandeling

Een heup arthroscopie ( kijkoperatie van de heup) is een chirurgische ingreep die de orthopedisch chirurg een goede kijk geeft in het heupgewricht waarvan u klachten heeft aangegeven. Voor meer informatie over de heup arthroscopie zie 'heup arthroscopie'.

Nabehandeling

Uw orthopedisch chirurg zal afhankelijk van de operatie en de procedure die werd uitgevoerd bepalen hoe het post operatieve revalidatie traject er uit gaat zien. Dit kan variëren van direct op het been mogen staan tot 6 weken het been niet mogen belasten. Na verloop van tijd en afhankelijk van het herstel zal er fysiotherapeutische begeleiding nodig zijn om verder te kunnen revalideren.