Een hernia komt vooral voor bij mensen tussen de 20 en 50 jaar. Meestal ontstaat een hernia door een zwakke tussenwervelschijf. Bepaalde factoren vergroten de kans op een hernia. Denk aan overgewicht, weinig beweging, een slechte conditie, roken of zwakke rugspieren. Ook erfelijkheid speelt soms een rol. In sommige families komt een hernia namelijk vaker voor.
De arts stelt de diagnose op basis van uw klachten, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek. Het aanvullende onderzoek bestaat meestal uit een röntgenfoto van de onderrug en een MRI-scan. Hiermee kan de arts beoordelen wat de toestand is van de tussenwervelschijven, het niveau van de hernia en hoeveel druk er op de zenuwwortel zit. Soms is een MRI-scan niet mogelijk. Bijvoorbeeld als u een pacemaker of neurostimulator heeft, of als u niet in de MRI durft. In dat geval maakt de arts een CT-scan.MRI-beeld van de onderrug met hernia