Hernia

Een hernia is een aandoening van de wervelkolom. Tussen de wervels in uw rug zitten tussenwervelschijven. Bij een hernia zit er een scheurtje in de buitenkant van zo’n tussenwervelschijf. De zachte binnenkant drukt dan naar buiten. Zo ontstaat er een uitstulping. Die kan tegen een zenuw aandrukken die daardoor bekneld raakt. Dit kan zorgen voor ernstige pijn. Soms ook met uitval van de beknelde zenuw.

Veel mensen met een hernia hebben pijn in de onderrug. Die pijn straalt vaak uit naar de bil en het been, soms tot in de voet. U kunt ook last hebben van gevoelsstoornissen of krachtsverlies in de bil, het been of de voet. Of zelfs van incontinentie.

De klachten komen in de meeste gevallen voor in één been. Vooroverbuigen maakt de pijn vaak erger, terwijl het strekken van de rug soms wat verlichting geeft.

Bekijk de animatievideo hieronder voor een visuele uitleg over een hernia.

Een hernia komt vooral voor bij mensen tussen de 20 en 50 jaar. Meestal ontstaat een hernia door een zwakke tussenwervelschijf. Bepaalde factoren vergroten de kans op een hernia. Denk aan overgewicht, weinig beweging, een slechte conditie, roken of zwakke rugspieren. Ook erfelijkheid speelt soms een rol. In sommige families komt een hernia namelijk vaker voor.

De arts stelt de diagnose op basis van uw klachten, lichamelijk onderzoek en aanvullend onderzoek. Het aanvullende onderzoek bestaat meestal uit een röntgenfoto van de onderrug en een MRI-scan. Hiermee kan de arts beoordelen wat de toestand is van de tussenwervelschijven, het niveau van de hernia en hoeveel druk er op de zenuwwortel zit. Soms is een MRI-scan niet mogelijk. Bijvoorbeeld als u een pacemaker of neurostimulator heeft, of als u niet in de MRI durft. In dat geval maakt de arts een CT-scan.MRI-beeld van de onderrug met hernia